Hermans’ perfectionisme: Nooit meer slapen herzien
‘Voor een romanschrijver is het nooit te laat alsnog een punt te vervangen door een vraagteken, een komma door een dubbele punt, het ene woord door het andere...’

De ontstaans- en publicatiegeschiedenis van Nooit meer slapen is een verhaal op zich. Hermans bleef de roman over een lange reeks van jaren herzien. Nauwgezet bracht hij inhoudelijke nuances aan, voorzag nieuwe generaties lezers van meer achtergrondinformatie, verbeterde foutjes en voegde elementen toe die hij het liefst bij de eerste druk al zou hebben bedacht.

 

 

Schoolmeesterszoon Willem Frederik Hermans streefde altijd naar perfectie. Al zijn teksten bleef hij, vaak lang na eerste publicatie, bewerken. Soms waren deze bewerkingen ingrijpend. Gemiddeld is één op de drie drukken van zijn romans herzien. Hermans wist van zichzelf dat hij slordig werkte en corrigeerde eerder gemaakte foutjes in spelling, grammatica of stijl.

 

Minder bekend is dat Hermans vaak ook tekst wegliet, of nieuwe stukken tekst aan zijn romans toevoegde, uiteenlopend van enkele zinnen tot een geheel nieuw hoofdstuk. Nooit meer slapen liet Hermans aanvankelijk ongemoeid. Maar begin en eind jaren zeventig, en opnieuw aan het begin van de jaren negentig, bracht Hermans aanzienlijke wijzigingen in de roman aan.

 

‘Waarom is de verbetering die ik in een latere druk aanbreng, me niet te binnen geschoten bij het corrigeren van de eerste? Waarom is de eerste druk niet meteen volmaakt geweest?’

(‘De hollerithkaart’, in: Schrijven is verbluffen, 1996)

 

 

928 (3) Vuorje, luchtfoto

Inhoudelijke versterkingen

In de zomer van 1978 brengt Hermans een groot aantal inhoudelijke wijzigingen in de roman aan. Hiermee weet hij een aantal thema’s en motieven in Nooit meer slapen te versterken en meer met elkaar in verband te brengen.

 

Een scène aan het begin van het boek waarin het ontbreken van de luchtfoto’s aan de orde komt, krijgt een zwaarder accent. Verderop in de roman schrijft Hermans enkele zinnen in die het verkeerd aflezen van het kompas door Alfred meer benadrukken: ‘Stommeling die ik ben. Ik moet me vergist hebben. Het kompas verkeerd afgelezen, toen ik zo parmantig tegen Arne zei, welke kant we uit moesten!’ en: ‘Mijn kompas is uitstekend en ik ben een uilskuiken’.

Bekijk de correctie-exemplaren
3
pagina's

Ook de toenemende desoriëntatie van Alfred wordt door Hermans nog eens extra aangezet door een toevoeging: ‘Ik verlies elke greep op mijn gedachten, en als vogels uit een door slordigheid open geraakte kooi, vliegen ze het landschap in’. En bij thuiskomst na zijn mislukte tocht wordt Alfreds verhouding tot zijn moeder nog eens expliciet beschreven: ‘Ze staat te snikken van ontroering over de terugkeer van haar knappe zoon. Ik kan en mag haar niet teleurstellen’.

 

Over de herzieningen bracht Hermans gedetailleerd verslag uit aan zijn correspondenten. Na de correctieronde voorbereidend op de herdruk van 1978 bekende Hermans dat de verbeteringen deels voortkwamen uit eigen slordigheid. In de zomer van dat jaar schrijft hij in een brief:

 

‘Dezer dagen heb ik in een bui van perfectionisme “Nooit meer Slapen”, een van mijn minder slordige boeken weer eens doorgelezen en ik heb zo’n 240 verbeteringen aangebracht die, hoop ik, nog eens in een volgende druk kunnen worden geperst’.

(Hermans aan Judy van Emmerik, 17 juli 1978)

 

Een week na het schrijven van deze brief schreef Hermans ook een toelichtend nawoord voor de herziene druk van Nooit meer slapen, waarin hij zijn praktijk van herzieningen motiveerde:

 

‘Het schrijven van een roman kan in sommige opzichten vergeleken worden met schaken. Maar het verschilt van deze sport, doordat het geen wedstrijd is. De slechte zet van de ene schaker is een meevaller voor de andere. Een zwakke passage in een roman doet niemand plezier.

Als een schaker dertien jaar na een partij gespeeld te hebben, op een betere zet komt dan hij indertijd gedaan heeft, is het te laat.

Voor een romanschrijver is het nooit te laat alsnog een punt te vervangen door een vraagteken, een komma door een dubbele punt, het ene woord door het andere en een alinea die te beknopt gebleken is om goed te worden begrepen, uit te breiden tot zij de bedoeling van de schrijver beter uitdrukt.

In deze nieuwe druk van Nooit meer slapen komen ongeveer tweehonderdvijftig veranderingen voor. De meeste zullen van ondergeschikt belang lijken. Het boek is trouwens gebleven wat het was, dat wil zeggen: wat het ook toen de eerste druk verscheen, al had moeten zijn.’

(‘Bij de vijftiende druk’, nawoord Nooit meer slapen)

1214 (25) Haven
1214 (25) Haven

Komma’s, punten en lidwoorden

Hermans besteedde aandacht aan de kleinste details, waarbij het letterlijk om komma’s of lidwoorden kon gaan. Nadat het nawoord voor de herziene druk van 1978 was geschreven, kwamen daar op de drukproef voor dat boek weer nieuwe correcties bij. Die wijzigingen kwamen soms ook voort uit onzekerheid. Aan de boekhistoricus Frans Janssen, die Hermans in de jaren zeventig had leren kennen en die tot kort voor Hermans’ dood in 1995 een van zijn vertrouwelingen zou blijven, schreef Hermans:

Bekijk de brief
2
pagina's

‘Een paar dagen geleden kreeg ik de drukproef van de nieuwe versie Nooit meer Slapen. Er zijn nog wel een 50 extra-correcties bijgekomen. Kleinigheden, [maar toch begrijp ik] niet dat ik die zo lang over het hoofd heb gezien. Ook is het me opgevallen dat ik bijna geen comma’s gebruik, ik ga daarbij namelijk af op het gehoor. Maar is het niet zó, dat iedere bijzin tussen comma’s dient te staan? Is dat eigenlijk een dwingend voorschrift?’ 

(Hermans aan Frans Janssen, 21 oktober 1978)

Eigen slordigheid en perfectionisme brachten Hermans geregeld tot wanhoop. In 1991, kort na het verschijnen van de eenentwintigste druk, ontdekt hij nog steeds oneffenheidjes in de roman:

‘Het boek is nu voor de zoveelste maal herdrukt en nog staat hier en daar “het” fjord, wat “de” fjord moet zijn en Trontheim i.p.v. Trondheim.

 

Schrijven blijft ellende.’ 

(Hermans aan Rob Delvigne, 22 juni 1991)

Het kon jaren duren voor Hermans’ correcties en aanvullingen in een nieuwe druk werden gepubliceerd. Dat was bijvoorbeeld het geval met een motto van Isaac Newton, dat pas vijfentwintig jaar na de eerste druk in de jubileumeditie van Nooit meer slapen (september 1991) werd opgenomen. Dat toevoegen van het motto was Hermans in 1966 al van plan geweest:

 

‘Ik had eigenlijk als motto een citaat uit Newton moeten gebruiken, die toch in het oog van de wereld geen mislukkeling was [...]: “Ik weet niet hoe anderen mij zien, maar in mijn eigen ogen ben ik toch niet veel meer geweest dan een kleine jongen die aan het strand speelt en om zich te amuseren een steen of schelp opraapt omdat die gladder of mooier is dan een andere, terwijl... (mompelend)... terwijl the ocean... of... ik weet niet meer wat... o ja, terwijl de oceaan van de waarheid, ondoorvorst, vóór hem ligt.”’

(Willem Frederik Hermans in Vrij Nederland, 2 april 1966)

 

 

 

 

Na het verschijnen van de jubileumeditie met het toegevoegde motto zou Hermans de roman wederom wijzigen. Twee jaar later had Hermans ‘fouten’ in het boek aangetroffen, en opnieuw legde hij een lange lijst met correcties aan. Hij rapporteerde hierover opnieuw aan Frans Janssen:

Bekijk de brief

‘Misschien wel honderde[n] kleine verbeteringen, nu weer. Ik begrijp niet dat zulke fouten er na eenentwintig drukken nog in stonden. Waar is het, dat het al dan niet aan elkaar schrijven van woorden me niet grammaticaal goed afgaat, maar dit komt ook, doordat oudere schrijvers, er meestal ook maar wat van maakten. Neemt niet weg dat vroegere correctoren van De Bezige Bij een en ander wel hadden mogen zien. Of zijn de regels inmiddels weer veranderd? Het is om dol te worden; de bezitters van oudere drukken zijn lelijk gedupeerd! Ze moeten, vind ik, even flink zijn, hun oude drukken in het vuur gooien – en de nieuwe kopen.’

(Hermans aan Frans Janssen, 23 januari 1993)

Volledige Werken

 

De productiviteit van Hermans (1921-1995) was enorm. Zo schreef hij behalve een groot aantal romans, bundels met verhalen en novellen ook honderden beschouwingen over literatuur, beeldende kunst, politiek, actualiteit en geschiedenis. De complete verzameling van het bij leven door Hermans gepubliceerde werk wordt uitgegeven in de 24-delige reeks Volledige Werken.

 

Hermans’ Volledige Werken zijn een samenwerkingsverband tussen het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, het Willem Frederik Hermans-instituut en uitgeverij De Bezige Bij. De reeks bevat zes delen met romans. De donkere kamer van Damokles (1958) en Nooit meer slapen (1966) verschenen in één band als derde romandeel in 2010.

 

Andere genres binnen de Volledige Werken zijn:

 

  • Verhalen en novellen (2 delen)

  • Gedichten (1 deel)

  • Toneelteksten en -scenario’s (1 deel)

  • Beschouwend werk (7 delen)

  • Beeldend werk (1 deel)

  • Werk van anderen (1 deel)

  • Overig werk (1 deel)

  • Ongebundeld werk (4 delen)



 

 

De delen verschijnen afwisselend naar genre. Alle delen bevatten een wetenschappelijk verantwoorde tekst, een commentaar met een uitgebreide ontstaans- en publicatiegeschiedenis en (bij het beschouwend werk) annotaties.

 

In 2016 verschijnen Deel 16, Beschouwend werk, met onder andere Mandarijnen op zwavelzuur (1964) en Deel 6, Romans, met onder andere Een heilige van de horlogerie (1987) en Au pair (1989). Ook komt dit jaar Deel 17, Beschouwend werk, uit met daarin onder andere Hermans’ biografie De raadselachtige Multatuli (1976). De laatste delen van de editie worden naar verwachting uitgegeven in 2020.

 

De website wfhermansvolledigewerken.nl biedt veel extra informatie over de teksten van Hermans.

Archief Willem Frederik Hermans

 

De Erven Willem Frederik Hermans en de Koninklijke Bibliotheek (KB) hebben in 2001 een bruikleenovereenkomst gesloten met betrekking tot het archief van Hermans. Het archief wordt in langdurige bruikleen gegeven aan de KB. Voor het beheer en de beschrijving ervan heeft de KB een samenwerkingsovereenkomst gesloten met het Literatuurmuseum. Het Literatuurmuseum ordent, catalogiseert en beheert het archief van Hermans en stelt het ter beschikking voor de onderzoekers van de Volledige Werken en van de WFHi-publicaties over Hermans. Het WFHi is namens de Erven Hermans toezichthouder op het bruikleen en het beheer van het archief. Hermans' archief heeft een omvang van circa 30 strekkende meter.

 

  • De oudste brieven zijn van vóór de Tweede Wereldoorlog, de laatste dateert van enkele dagen voor Hermans' dood. Hermans correspondeerde o.a. met uitgevers, tijdschrift- en krantenredacteuren, collega-schrijvers, critici, lezers en vrienden. De correspondenties zijn tweezijdig overgeleverd, aangezien Hermans doorslagen van zijn eigen brieven bewaarde. Briefwisselingen van Hermans met F. Bordewijk, met Gerard Reve, met zijn uitgever Geert van Oorschot en met Rudy Kousbroek zijn inmiddels gepubliceerd.

  • Behalve brieven bevat het archief manuscripten, typoscripten, drukproeven en correctie-exemplaren van Hermans’ literaire werk. Die vroege versies en herzieningen van eerdere drukken geven een goed inzicht in het ontstaan van Hermans’ werk en kunnen van belang zijn voor de interpretatie van dat werk. Daarnaast vormen zij een belangrijke basis voor het vaststellen van de teksten die in de Volledige Werken van Hermans worden uitgegeven.

  • Het archief bevat bovendien een groot aantal door Hermans zelf als zodanig gearchiveerde ‘dossiers’. Voorbeelden daarvan zijn het ‘Canada-dossier’ over zijn verblijf in Canada aan het eind van de jaren veertig van de vorige eeuw. In het ‘dossier Mandarijnen’ verzamelde Hermans allerlei informatie over het door hem zelf uitgegeven Mandarijnen op Zwavelzuur (1964). Veel documentatie rondom zijn eerste wetenschappelijke reis naar Scandinavië archiveerde Hermans in het dossier ‘Congres Zweden’.

Colofon

Tekst  Peter Kegel, Nadine van Maanen, Bram Oostveen

Redactie  Maarten Hamelink (Leene Communicatie)

Eindredactie  Aafke van Hoof

 

Bijzondere dank gaat uit naar de Erven Willem Frederik Hermans en het Willem Frederik Hermans-instituut voor het beschikbaar stellen van het tekst- en beeldmateriaal uit het Willem Frederik Hermans archief.

Toon verantwoording

Bij de totstandkoming van  ‘Willem Frederik Hermans. Expeditie Nooit meer slapen’ is vooral gebruik gemaakt van:

Willem Frederik Hermans, Volledige Werken  3, Romans. De donkere kamer van Damokles. Nooit meer slapen. Ed. Jan Gielkens en Peter Kegel. De Bezige Bij | Van Oorschot, Amsterdam 2010.

In het nawoord bij de editie zijn ook alle geciteerde fragmenten uit de recensies op Nooit meer slapen te vinden.

Meer informatie over de ontstaansgeschiedenis van de roman op: http://www.wfhermansvolledigewerken.nl/?verhalen=nooit-meer-slapen#tekstgeschiedenis

Alle geciteerde en getoonde brieven, dia’s, foto’s en overige documenten bevinden zich, tenzij anders vermeld, in het archief-Hermans.

 

Transcripties fotobijschriften

Bij het transcriberen van de fotobijschriften uit Hermans’ inventarislijsten is afgezien van redactionele aanpassingen en normaliseringen. Ook Hermans’ schrijfwijze van aardrijkskundige namen is ongewijzigd overgenomen. Bij door Hermans in de inventarislijst gebruikte herhalingstekens ter markering van een bijschrift dat geheel of gedeeltelijk identiek is aan de beschrijving van de voorafgaande foto, herhaalt de transcriptie de eerdere tekst. Door Hermans blanco gelaten beschrijvingen blijven ook in de transcriptie naamloos. Bij slecht leesbare bijschriften is gebruik gemaakt van een kladinventaris van de foto’s uit Noorwegen uit het archief-Hermans.

Na het inventarisnummer van de foto volgt in de bijschriften een tweede cijferreeks tussen haakjes, hoogstwaarschijnlijk het opnamenummer van het betreffende fotorolletje. De nummering van de foto’s volgt die van de inventarislijsten. Zowel in de lijsten als in de fysieke fotocollectie is de nummering niet exact opeenvolgend: een aantal beschrijvingen en foto’s ontbreekt.

 

Overige geraadpleegde bronnen

Adam, ‘W.F. Hermans over schrijven: “Een hachelijke onderneming”’. In: Het Vrije Volk, 18 februari 1959.

Dirk Baartse en Bob Polak, ‘Torbjørn Fjellang: “Bijna verloren Wim en ik elkaar toen uit het oog”’. In: Hermans-Magazine 4 (1994), 13 (december), p. 10-11.

Dirk Baartse, ‘Harald Skålvoll: ‘“Hermans had moeite om ons bij te houden”’. In: Hermans-Magazine 4 (1995), 14 (maart), p. 55-56.

August Hans den Boef, ‘Willem Frederik Hermans. Nooit meer slapen. ’In: Lexicon van literaire werken 5, februari 1990. Wolters- Noordhoff, Groningen 1990, p. 1-15, I-IV.

Freddy De Vree, Willem Frederik Hermans. De aardigste man ter wereld. De Bezige Bij, Amsterdam 2002.

Max van Duijn, ‘Bloed aan de handen van Alfred Issendorf?’ In: De Gids 2012 (4),p. 22-25. Digitale versie op: http://www.de-gids.nl/artikel/142582

Hella S. Haasse, ‘Doodijs en hemelsteen.’ In: Lezen achter de letters. Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam 2000, p. 153- 182.  Digitale versie op: http://www.dbnl.org/tekst/haas013dood01_01/haas013dood01_01_0001.php

Willem Frederik Hermans, ‘Alleen de foto kan chaos uitbeelden zonder ordenen’. In: Het Parool,

16 maart 1961.

Willem Frederik Hermans, ‘Een fotograferend schrijver’. In: Drukkersweekblad en Autolijn, Kerstnummer 1963, p. 47.

W[illem] F[rederik] H[ermans], ‘De hollerithkaart’. In: Rob Delvigne en Frans A. Janssen, Schrijven is verbluffen. Bibliografie van de verspreide publicaties van Willem Frederik Hermans. Thomas Rap, Amsterdam [1996], , p. 7-13. Digitale versie (2005): http://willemfrederikhermans.nl/tekst/jans037schr01_01/index.htm

Willem Frederik Hermans, Je vriendschap is werkelijk onbetaal­baar. Brieven aan Geert van Oorschot. Ed. Nop Maas. Van Oorschot, Amster­dam 2004.

Willem Frederik Hermans, Volledige Werken  7, Verhalen en novellen.  Moedwil en misverstand. Paranoia. Een landingspoging op Newfoundland en andere verhalen. Ed. Jan Gielkens en Peter Kegel. De Bezige Bij | Van Oorschot, Amsterdam 2006.

Willem Frederik Hermans, Volledige Werken  11, Beschouwend werk.  Het sadistische universum I, Annum Veritatis, De laatste resten tropisch Nederland, Het sadistische universum 2 Van Wittgenstein tot Weinreb, Machines in bikini, Dinky Toys. Ed. Jan Gielkens en Peter Kegel. De Bezige Bij, Amsterdam 2008.

Willem Frederik Hermans, Machines en emoties. Willem Frederik Hermans, Rudy Kousbroek, Ethel Portnoy. Een briefwisseling. Ed. Willem Otterspeer. De Bezige Bij, Amsterdam 2009.

Frans A. Janssen, ‘Terug naar Alfred’. De internet Gids, 6 januari 2013. http://www.de-gids.nl/artikel/143394

[H.U. Jessurun] d’O[liveira], ‘Het evangelie van W.F. Her­mans’. In: Propria Cures, 28 februari 1959; later verwerkt in: id., Scheppen riep hij gaat van Au. 10 interviews met: W.F. Hermans, Gerrit Achterberg, Lucebert, Harry Mulisch, Louis Paul Boon, Ri­chard Minne, Jan Wolkers, Hugo Claus, G.K. van het Reve, Leo Vroman. Polak en Van Gennep, Amsterdam 1965, p. 9-23. Digitale versie (vierde druk,1977) op: http://www.dbnl.org/tekst/jess001sche01_01/jess001sche01_01_0002.php

Geert van Oorschot, Hierbij de hele God in proef. Brieven aan Wil­lem Frederik Hermans. Ed. Nop Maas. Van Oorschot, Amsterdam 2003.

Willem Otterspeer, De zanger van de wrok. Willem Frederik Hermans. Biografie , deel II (1953-1995). De Bezige Bij, Amsterdam/Antwerpen  2015.

D.F. van de Pol, ‘Aanvallen als zelfverdediging. Schrijver W.F. Hermans: ‘Vriendelijk en goedhartig”’. In: Het Vaderland, 7 mei 1966.

J. van Tijn, ‘ “Ik heb nooit in de goedheid van de mensen ge­loofd”’. In: Vrij Nederland, 2 april 1966; herdrukt in: Frans A. Janssen (red.), Scheppend nihilisme. Interviews met Willem Frederik Her­mans. De Bezige Bij, Amsterdam 1983, p. 83-101. Digitale versie op: http://www.dbnl.org/tekst/herm014faja01_01/index.php

Arno van der Valk, Hermans. Het grootste gelijk buiten Nederland.  Aspekt, Soesterberg 2002.

Het volgende verhaal gaat over
Het Literair Werk 2.0
Vier schrijvers, vier weken
Lees het verhaal