Terug Online exposities Zoeken

Miep Diekmann

(1925-2017)
Ze was progressief en geëngageerd, Miep Diekmann, en een sleutelfiguur in de wereld van de naoorlogse jeugdliteratuur die er niet voor terugdeinsde tegen heilige huisjes te trappen. Haar vooruitstrevendheid blijkt ook uit haar onderwerpskeuze: ze was een van de eersten die in kinderboeken schreef over verliefdheid, discriminatie en zelfdoding onder jongeren. En dat altijd in een directe taal.
De afbeelding toont een kunstzinnig portret van Miep Diekmann. Gemaakt door: Willem Schrofer
Vervaardigd 1952
Techniek Olieverf op doek
Afmetingen 100 × 75 cm

Miep Diekmann

door Willem Schrofer (1898-1968)

In de naoorlogse jeugdliteratuur geldt Miep Diekmann als een van de belangrijkste schrijvers. Ze schreef boeken voor de allerjongsten, zoals Wiele wiele stap, kinderboeken als De boten van Brakkeput, waarmee ze in 1956 doorbrak, tot en met boeken die raken aan de volwassenenliteratuur, zoals De dagen van Olim, dat gaat over leren opkomen voor jezelf. Een aantal boeken speelt op de Antillen; als kind woonde ze vier jaar op Curaçao. Onderwerpen als het slavernijverleden en politieke vluchtelingen ging zij volop aan, in plaats van ze te schuwen. Zij vond het schrijven voor kinderen ‘socialer’ dan voor volwassenen, omdat een kind veel meer opzuigt, zijn mening wil kunnen toetsen.

In 1952, als Willem Schrofer dit portret van haar maakt, werkt Diekmann echter vooral als journalist. Bovendien schrijft ze sinds 1947 meisjesboeken voor uitgeverij West-Friesland. Schrofer en Diekmann zullen elkaar kennen uit het Haagse. Hij doceerde in de hofstad aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en gold als een bekende Hagenaar. Ze waren ook beiden lid van de Haagse Kunstkring.

Hoewel Diekmann in 1952 nog niet de pionier is die ze zal worden – haar eerste meisjesboeken blijven dicht bij de traditie –, spreekt uit Schrofers portret al wel haar kracht en strijdvaardigheid.  Ze zou zich in latere jaren sterk maken om het kinderboek en de lezers daarvan serieus te nemen. Niet alleen in haar boeken, ze beijverde zich ook voor de instelling van de Nienke van Hichtum-prijs en een staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur (tegenwoordig Theo Thijssen-prijs). Als Diekmann in 1970 deze oeuvreprijs wint, schrijft de jury: ‘Zij schreeuwt waar anderen gelaten mompelen, zij vloekt waar anderen goedig protesteren, zij laat niet af te waarschuwen. Waarschuwen tegen de geestelijke armoede, nivellering, commercialisering, bevoogding, verouderde ethiek, verstarring en vooral onverschilligheid’.