Terug Online exposities Zoeken

F. Bordewijk

(1884-1965)
‘Ik ben maar een dilettant’, was het antwoord van mr. F. Bordewijk op vragen naar zijn werk als schrijver. Niet zozeer valse bescheidenheid als wel de wens om een strikte scheiding aan te houden tussen zijn beroep en wat hij als een enigszins uit de hand gelopen liefhebberij beschouwde. Zijn bekendste boeken, Blokken, Knorrende beesten, Bint en Karakter, verschenen in de jaren dertig. De stijl is afgemeten, zonder tierelantijnen. In het naoorlogse werk werd hij minder pregnant, maar psychologisch rijker.
De afbeelding toont een kunstzinnig portret van F. Bordewijk. Gemaakt door: Diederik Gerlach
Vervaardigd 2007
Techniek Gouache en potlood op karton
Afmetingen 22,5 x 22 cm

F. Bordewijk

door Diederik Gerlach (1956)

F. Bordewijk werd aanvankelijk bekend met zijn korte romans Blokken, Knorrende beesten en Bint, respectievelijk uit 1931, 1933 en 1934. Deze drie werden wel on-Hollands genoemd omdat ze zo surrealistisch waren – de knorrende beesten zijn razende, glimmende auto’s in een badplaats. Bint, over de leraar De Bree die een ware dictator is voor zijn klas oftewel ‘de hel’, wordt nog steeds op veel scholen gelezen. Bekend is ook zijn roman Karakter, waarvan de verfilming eind jaren negentig een Oscar won. Vader Dreverhaven, een ruwe deurwaarder, en de zachtaardiger zoon Katadreuffe vormen de spil van deze bildungsroman.

Dit portret van F. Bordewijk maakte Diederik Gerlach voor het boek Den Haag Ontijdelijk, een hommage aan de stad, bij teksten van schrijver Cor Gout. Bordewijk was als tienjarige jongen in Den Haag komen wonen en in zijn werk speelt architectuur een belangrijke rol. Linksonder is de Hemsterhuisstraat getekend, een sombere straat die hevig op zijn verbeelding werkte, vertelt Gerlach. ‘In mijn ogen is Bordewijk een merkwaardig gespleten figuur, het beeld is dan ook opgedeeld. Op zijn grafsteen staat op zijn dringende verzoek slechts advocaat, maar hij was letterlijk een fantastische schrijver. Van de witte bef heb ik een soort slabbetje gemaakt, of zakdoek, omdat hij vaak benepen milieus beschreef. Het hoofd met de zakdoek hangt centraal voor een vijftal sterrenbeelden. Tijdens de Wederopbouw stuurde Bordewijk maar liefst 24 lijsten met in totaal 439 zelfverzonnen straatnamen naar de gemeente Den Haag, ontevreden als hij was met fantasieloze namen als Tomatenstraat. Een van zijn categorieën was Sterren en Sterrenbeelden. Het stadsbestuur heeft slechts enkele voorstellen van de beroemde zonderling gehonoreerd, zoals in de naoorlogse wijk Mariahoeve.’