Terug Online exposities Zoeken

Albert Kuyle

(1904-1958)

De katholieke Albert Kuyle (ps. van Louis Kuitenbrouwer) was tussen de twee wereldoorlogen een veelgelezen schrijver van onder meer vitalistische gedichten en nieuw-zakelijke novellen, waarmee hij volgens H. Marsman heeft bijgedragen aan de vernieuwing van het proza. Kuyle ontwikkelde zich in rechts-extremistische richting en zou na de oorlog voor zijn pro-Duitse en antisemitische publicaties veroordeeld worden. Dat was meteen het einde van zijn rol in de Nederlandse literatuur.

De afbeelding toont een kunstzinnig portret van Albert Kuyle. Gemaakt door: Hendrik Wiegersma
Vervaardigd 1925
Techniek Olieverf op doek
Afmetingen 90,5 x 70.5 cm

Albert Kuyle

door Hendrik Wiegersma (1891-1969)

Hendrik Wiegersma, huisarts in het Brabantse Deurne, begon pas rond 1925, dus op latere leeftijd, met schilderen. Hij werd hiertoe aangespoord door de Russische beeldhouwer Moisej Kogan, nadat die zag hoe Wiegersma een tekeningetje maakte voor de kinderen van kunstenaarspaar Otto en Adya van Rees. Wiegersma’s werk werd direct enthousiast onthaald. Zo noemde de dichter Jan Engelman het in november 1925 in De Gemeenschap een ‘vitale belofte’.

Wiegersma heeft veel van zijn vroege werk vernietigd en dat maakt dit portret extra bijzonder. Hij maakte het waarschijnlijk op verzoek van Albert Kuyle zelf. Via dezelfde familie Van Rees was hij in contact gekomen met de schrijver, die in deze periode met zijn broer Henk Kuitenbrouwer en Engelman het eerder genoemde De Gemeenschap had opgericht, als tijdschrift van vooruitstrevende katholieke jongeren. Kuyle was redactiesecretaris en schreef in zijn rubriek ‘Hagel’ pittige columnachtige stukjes waarin hij ‘het rijke Roomsche Leven’ scherp bekritiseerde. Wiegersma zou regelmatig illustraties leveren voor het tijdschrift.

In 1929 brak Wiegersma met het tijdschrift toen de redactie een door hem en Joep Nicolaas geschreven kritisch stukje over een bijdrage door Kuyle – ze hadden zijn kunstkritiek ‘soep’ genoemd – niet wilde plaatsen. Wiegersma vond dit ‘zóó laf… Zelfbespotting is nodig ter zelfkennis. Op ieder ander schimpen en zelf geen humor of sarcasme kunnen verdragen is klein.’ Tussen Kuyle en Wiegersma kwam het niet meer goed.

In de voormalige dokterswoning en atelier van Hendrik Wiegersma is sinds 1976 Museum De Wieger gevestigd, naar de bijnaam die Wiegersma’s patiënten hem gaven.