Nalatenschap Hans Faverey naar museum

Het Literatuurmuseum heeft de literaire nalatenschap van Hans Faverey verworven. Hiermee heeft het een rijke bron voor poëzie-onderzoek van de twintigste eeuw in huis gekregen.

Hans Faverey (1933-1990) geldt als een van de belangrijkste dichters van de tweede helft van de twintigste eeuw. Zijn oeuvre luidde een nieuwe richting in de poëzie in: na de uitbundige poëtische manifestaties van de Vijftigers, richtte hij alle aandacht op de scheppende kracht van de taal zelf en haar vermogen zich in zichzelf te keren.

 

Favereys nalatenschap bestaat uit duizenden manuscripten en typoscripten van zijn gedichten. Hij was gewend veel versies te schrijven (of vooral te typen), voordat hij een gedicht klaar vond voor publicatie. Naast talloze versies van zijn gepubliceerde poëzie zijn er ook veel onvoltooide gedichten in de nalatenschap, die een intrigerend inzicht geven in zijn werkwijze. Verder bevat de aanwinst foto’s, verslagen van een reis naar Suriname, tientallen boeken met opdrachten van tijdgenoten en uitgebreide correspondenties met bevriende dichters, zoals Gerrit Kouwenaar, K. Schippers, Bernlef en Remco Campert. Bijzonder zijn de liefdesbrieven die Faverey en zijn echtgenote Lela Zečković uitwisselden. Zečković, die begin dit jaar overleed, had zelf in Nederland enige naam als dichter gemaakt en werd in kleine kring bewonderd. Haar nalatenschap maakt ook deel uit van de collectie.