Hugo Claus

Hugo Claus is meer dan een schrijver. Op bijna elk denkbaar terrein van de kunsten is hij actief geweest. Het is ook moeilijk om aan te wijzen in welk genre hij op zijn best was. Zowel in de poëzie, in het proza als in het theater hoort hij bij de absolute top. Daarnaast was hij ook nog beeldend kunstenaar, filmregisseur en librettist. Claus wordt in de literatuur vooral geprezen vanwege zijn enorme taalvermogen. Heel veel van zijn romans en gedichten zijn onderling bijna onvergelijkbaar door de verschillende stijlen. Claus is een van de meest gelauwerde schrijvers uit het Nederlandse taalgebied en hij werd ook vaak genoemd als Nobelprijskandidaat.

 

Katholiek Vlaanderen

Hugo Claus wordt op 5 april 1929 geboren in Brugge. Hij groeit op in het plaatsje Astene bij Deinze. Het grootste gedeelte van zijn schooltijd moet hij bij de nonnen op kostschool doorbrengen. Het levert hem voor de rest van zijn leven een blijvende haat tegen de katholieke kerk op. Al vroeg doet hij pogingen om zijn bekrompen West-Vlaamse milieu te ontvluchten. Op zijn zeventiende gooit hij de deur van het ouderlijk huis achter zich dicht.

In deze tijd werkt hij als schilder, maar op zijn achttiende publiceert hij al zijn eerste dichtbundel Kleine reeks (1947). Hij trekt naar Frankrijk, waar hij enige tijd in een suikerfabriek werkt. Dat leidt later tot de novelle en het toneelstuk Suiker (1958). Op zijn 21e verschijnt zijn eerste roman De Metsiers (1950). Het vestigt meteen zijn reputatie. Vooral het incest-thema schokt menige lezer. In de vroege jaren vijftig woont hij in Parijs. Daar ontmoet hij Simon Vinkenoog en andere Nederlandse ‘Vijftigers’. In 1955 verschijnen de Oostakkerse gedichten die zijn grote doorbraak als dichter betekenen. Claus’ gedichten zijn wild, surrealistisch en sterk erotisch. Hij wordt vanaf dat moment beschouwd als één van de Vijftigers. In zijn roman over de Parijse tijd, Een zachte vernieling uit 1988, zal hij echter enkele typische kenmerken van de Vijftigers-beweging, zoals het anti-rationalisme, met grote ironie behandelen.

 

Vrouwen

Terug in Vlaanderen trouwt hij In 1955 met zijn jeugdvriendin Elly Overzier. Samen kijgen ze een zoon, Thomas. Nadat het huwelijk met Overzier is gestrand, woont Claus enige tijd samen met actrice Kitty Courbois. Over die tijd schrijft Claus de roman Het jaar van de kreeft uit 1974. Daarna woont hij met actrice Sylvia Kristel in Parijs. Met haar krijgt Claus een zoon Arthur in 1975. In 1993 trouwt Claus officieel voor de tweede keer met Veerle de Wit. Zijn eerste vrouw overlijdt in 2010.

 

Het verdriet van België

In 1983 verschijnt het Magnus opus van Hugo Claus, de roman Het verdriet van België. Het is niet alleen een boek over collaboratie en verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog maar ook de Bildungsroman van de jonge Claus tot volwassen kunstenaar en ook een scherpe afrekening met het katholieke West-Vlaamse milieu. Daarna volgt nog een stroom aan romans (waaronder De zwaardvis, Belladonna en De geruchten) en dichtbundels, zoals Sporen en Wreed geluk. Uit de nalatenschap stelt Mark Schaevers de bundel De wolken samen die voorjaar 2011 verschijnt. De titel baseert hij op het laatste onafgemaakte werk van Claus. 

Euthanasie

Zelfs na zijn dood weet Hugo Claus de katholieke kerk nog tegen zich in het harnas te jagen. Nadat bij hem de ziekte Alzheimer is vastgesteld, kiest Claus uiteindelijk voor euthanasie. Hij overlijdt in Antwerpen op 19 maart 2008 in het geelschap van zijn vrouw Veerle en zijn redacteur Suzanne Holtzer. Claus houdt zo tot het laatste moment de controle over zijn leven en zijn dood, zonder dat iemand anders hem iets kan voorschrijven. Dat wekt de wrevel van de Belgische kardinaal Danneels. Hem worden echter tijdens de afscheidsplechtigheid voor Claus in de schouwburg van Antwerpen stevig de oren gewassen door schrijver Erwin Mortier.

 

In het Literatuurmuseum bevinden zich van Hugo Claus enkele typoscripten en handschriften, bijvoorbeeld een handschrift van de tekst ‘De eerlijke Nederlander’. Het aantal brieven van Claus is groter. Zo bevinden zich in het museum de brieven aan Simon Vinkenoog. Daarnaast zijn er brieven van Claus aan Gerrit Borgers en aan uitgevers als Stols en De Wereldbibliotheek.

Zie voor een overzicht van alle documenten van Hugo Claus in het Literatuurmuseum de catalogus. 

 

Links

www.dbnl.org